
Ik deelde vanmorgen een video op mijn Instagram story. Eentje waarvan ik merkte dat hij veel in me los maakte. Een video over waarom mensen kinderen nemen. En dat dit vaak niet echt een “super conscious” keuze is, in de meeste gevallen. Voor wie deze video ook graag wil zien is hier de link (opent in Instagram). Hij kwam bij mij in ieder geval flink binnen.
Voor ik begin met het schrijven van mijn reactie hierop wil ik benadrukken dat ik absoluut niemand wil aanvallen of de les wil lezen met wat ik hier neerzet. Ik hoop dat de mensen die mijn blogs lezen dat wel weten, maar ik voel toch dat ik het altijd nog even wil benadrukken. Ik schrijf hier over mijn eigen ervaringen en gevoelens. En niet om jou een rotgevoel te bezorgen.
Goed, die video. Ik heb ‘m gedeeld en vroeg vervolgens aan mijn volgers (wat een rot zin) waarom zij gekozen hebben voor kinderen. De antwoorden liepen uiteen en de meeste zagen er ongeveer zo uit:
“Omdat ik heel veel liefde te geven heb.”
“Ik heb altijd al geweten dat ik moeder wilde worden, die wens had ik altijd al.”
“Mijn man en ik waren zo benieuwd naar een mix van ons twee.”
“Ik wil zo graag een gezin vormen.”
Al deze antwoorden hebben 1 ding gemeen: het ‘ik’ staat centraal (en dit bedoel ik echt NIET onaardig of lullig). Maar het gaat hier voornamelijk over beweegredenen waarbij vooral gedacht werd aan eigen behoeftes en gevoelens.
Ik ben zelf “geen haar beter”
Mijn eigen kinderwens is zeker een egoïstische wens geweest. IK kreeg klapperende eierstokken. IK wist ineens zeker dat ik moeder MOEST worden. IK wilde zo’n klein frummeltje in mijn armen. IK wilde zwanger zijn. Ik, ik, ik.
Ik (is ‘ie weer) ben de laatste die dit niet kan toegeven. Ik vind ook niet dat hier per definitie iets mis mee is. Egoïstisch zijn heeft een negatieve lading voor veel mensen. We vinden dat doorgaans geen mooie eigenschap. Ik denk daar anders over, ik denk dat we het soms zelfs nodig hebben een beetje egoïstisch te zijn. Je weet wel, om te overleven en zo.
Maar ik denk wel dat het goed is om ons bewust te zijn van ons ‘ego’. Het stemmetje dat maakt dat we bepaalde dingen doen, en bepaalde verwachtingen hebben. Dat we vaak verwachten (en hopen) dat dingen precies zo gebeuren zoals wij ze van te voren hadden bedacht. Maar dat realiteit vaak niet overeen komt met dat wat we in ons hoofd hadden.
Zo was dit het plaatje dat ik in mijn hoofd had tijdens mijn zwangerschap:
“Straks is mijn baby er. Daar staat zijn ledikantje. Daar ligt hij dan heerlijk in te slapen. Zoet en tevreden. Hij huilt bijna niet, want ik was immers ook een rustig kind. Ik ga hem stapje voor stapje de wereld laten zien. Na 3 maanden samen te zijn geweest ga ik weer aan het werk en hij naar de opvang. En pak ik het sporten ook weer op. En dat ik nu moeder ben, wil toch niet zeggen dat ik mezelf helemaal moet verliezen?!”
En dit was de realiteit:
“Mijn baby is er, maar hij wil voor geen goud in dat ledikant. Al 3 maanden kan ik hem nog geen 5 minuten alleen laten. Dag en nacht ligt hij bij me. Huilen doet hij vaak en hard. Werken? Hoe moet dat op 1 uur slaap per nacht? En waarom wil mijn kind geen fles? Of ik weer ga trainen? Misschien zodra ik niet meer van vermoeidheid van de trap val. Over een jaar of 3 waarschijnlijk. En wie de f*ck ben ik eigenlijk?!”
Je begrijpt, dit vroeg om een flinke portie aanpassingsvermogen
Ik heb maanden gezocht naar een oplossing voor “het probleem” (de onrust van mijn kind). We hebben osteopaten gezien, druppeltjes gebruikt, verschillende soorten voeding, speciale kussens, knuffels met baarmoedergeluiden.. you name it, we tried it. Mijn laatste beetje energie spendeerde ik aan zoeken. Naar antwoorden. Naar tips. Naar een oplossing. Je begrijpt, die vonden we niet.
Tot ik me op een ochtend om 04:30 (ja joh, dit tijdstip wakkert ook direct m’n slaaptrauma weer aan) bedacht, wat als ik het probleem ben? Wat als dit gewoon is hoe hij is en ik me daar bij neer moet leggen? Mijn kind is geen mini-me. Mijn kind is niet alleen welkom wanneer het mij uitkomt en op een manier die mij uitkomt. Er is geen ideaalbeeld waar hij aan moet voldoen. Hij is zichzelf. En dat is meer dan helemaal oké.
Nog steeds vecht ik geregeld tegen mijn ego. Wanneer mijn kind iets zegt of doet wat ik een beetje stom vind. Of wanneer hij zich op een manier gedraagt die mij niet aanstaat. Dan zegt mijn ego nog wel eens vervelende dingen. Gelukkig herhaal ik doorgaans niet wat mijn ego mij vertelt. En zeker niet tegen hem. En gelukkig kan ik inmiddels een tegengeluid geven.
Er is niks mis met mijn kind. Er is met geen enkel kind wat mis. Ieder kind is precies wie hij of zij hoort te zijn. Dat geloof ik echt.
Dat was het einde van mijn spreekbeurt. Ik heb geen idee waar ik precies naar toe wilde met dit verhaal. Maar dit is in ieder geval waar het stopt. Ha. Mocht je dit nu lezen en denken: goh ik wil hier toch wat over kwijt (of: goh, hier ben ik het totaal mee oneens), stuur me vooral een berichtje. Ik vind dit soort onderwerpen heel waardevol om over te praten.
Liefs,
Esmee
Leave a Reply