
Ik kijk naar m’n handen, m’n door zuur getroffen droge rode handen. M’n hoofd gonst, m’n kaken voelen pijnlijk, m’n neus verstopt. Het was weer zover. In de keuken zijn de sporen van al het leed te zien. Alles geplunderd. Het was weer zover. Ergens gaat het weer niet goed.
Ik kan nu niet nadenken over waar het dan precies niet goed gaat en dat wil ik eigenlijk ook helemaal niet. Ik moet die keuken aan kant maken. Alle sporen van dit tafereel weer wissen. Ik voel hoe m’n oren suizen van de wrede sessie. Het toilet komt straks wel. Nu eerst dit maar aan kant hebben voordat de kinderen wakker worden. Ik sleep het hoopje mens dat ik me nu voel naar de keuken en ruim alles op, ondertussen denk ik “ik zal straks kijken wat er op is en aangevuld moet worden”. Als ik klaar ben in de keuken voel ik de pijnscheuten in m’n borstkas, de steken in m’n keel en de pijn in maag. Omdat ik zo geen zin heb om hier lang over na te denken, ga ik steevast door.
Ik loop naar het toilet om daar de schade op te maken. Valt mee, ‘ze’ heeft in ieder geval geprobeerd het netjes te verdoezelen. Nog snap ik niet waarom, ik weet het altijd. Ik denk zelfs dat het erbij hoort, de geheimzinnigheid ervan.
Ik maak alles schoon, de geur die er hangt is misselijkmakend. De geur die ik nu op mij draag, de geur van haar. Het kost me zoveel energie merk ik, iets teveel om mezelf ervan te overtuigen dat dit pas de eerste keer is dat ze dit weer doet. Waarschijnlijk is dit de eerste keer dat IK het weer mag opruimen. Ik denk gelijk: “Pff, hoeft niet hoor!” Laat me er dan nog net even iets langer ‘uit’ zijn.”
Zij heeft deze ravage achtergelaten – maar ik ben degene die het op mag ruimen. Zij. Niet ik. Maar zij. Zij zorgt voor deze taferelen. En ik mag de consequenties dragen.
Ik heb sinds kort een grote spiegel in m’n kamer, in m’n huis. Iets wat ik uit voorzorg nooit gehad heb. Ik deed alles mijn hele leven lang met een heel klein rond spiegeltje. Nu kijk ik naar dit lichaam en ik zie de fysieke staat waarin het verkeerd. Tegen uitgemergeld aan. Ik zie waar het lichaam naartoe aan het gaan is. Hoe het langzaam dreigt te verteren. Maar ik heb geen tijd om hier langer naar te kijken. Snel spring ik onder de douche om al haar sporen weg te spoelen voordat de kinderen wakker worden.
Ik heb een vreemde relatie met mijn lichaam. Het is iets wat ik heel moeilijk vind om onder woorden te brengen. Mijn lichaam voelt niet als mijn lichaam maar ik weet wel dat het mijn lichaam is.
Gevoelsmatig is het een omhulsel dat mijn belangrijkste delen beschermd. Gevoelsmatig is het een gebruiksvoorwerp. Gevoelsmatig is het een huisvesting. Gevoelsmatig is het de tastbare vorm dat mijn geest verplaatst. Volg jij het nog?
Ik kan niet goed plaatsen hoe of wanneer deze kanteling is ontstaan waarbij ik mij los ben gaan voelen van mijn tastbare vorm. De “ik” die in sommige tijden alleen lijkt te focussen op het fysieke zijn. Waarbij de tevredenheid in het uiterlijk zelfbeeld ver te zoeken is. En het leven alleen lijkt te bestaan uit eetstoornissen en andere lichaam gefocuste stoornissen, problemen en uitingen.
Als de eetstoornis voorop staat, kan ik op dat moment niks doen. Dat kan ik eigenlijk altijd pas achteraf. Achteraf pas de schade proberen te beperken. Achteraf pas het besef.
Vroeger deed ik niet veel aan de eetstoornis in mij. Ik had vele maten kleding in m’n kast. Van 36 tot 134. Ik liet de boel de boel. Ik kon toen ook in bed blijven liggen als m’n lichaam op was. Als ik geen kracht had om mezelf op de been te houden. Ik gaf eraan toe tot het gevoel naar controle verzadigd was. En ik weer mocht zijn om de boel aan te sterken.
Of in het ergste geval ging het zo slecht met mijn lichaam dat anderen genoodzaakt waren om in te grijpen. Waarin ik er dan vanuit ging dat de eetstoornis goed op weg was haar behoeftes te bevredigen.
Ik vecht heel hard om dit soort episodes te voorkomen. Maar eerlijk – het komt er hoe dan ook uit. Het is alleen wachten op wanneer. Het enige verschil? Ik ben me er inmiddels bewuster van dat ‘zij’ ieder moment naar buiten kan komen.
Liefs,
Judith
DISCLAIMER: Herken je je in bovenstaande klachten? Ga niet zelf-diagnosticeren, maar zoek hulp! Wanneer er voor jou herkenbare zaken in deze blog stonden dan is het het zeker waard te laten onderzoeken of deze dingen verband kunnen houden met een psychische stoornis en/of ziekte. Goede begeleiding hierbij is essentieel. Weet je niet waar je moet beginnen? Via de website van Rijksoverheid kun je verschillende (online) instanties benaderen om je op weg te helpen. Ook is een afspraak maken bij de huisarts een goede eerste stap.
Ben jij ook een mama met psychische klachten en wil jij ook jouw verhaal delen in de wekelijkse rubriek “Mental Health Monday”? Stuur me dan gerust een berichtje of een mailtje (info@thepeacefulparent.nl) met jouw verhaal, inclusief foto’s van jezelf. En dan zorg ik dat hij verteld wordt.
Leave a Reply